Klaverjassen seinen

Klaverjassen is een tactisch kaartspel waarin je altijd met een maat samenspeelt. Tijdens het spel mag je uiteraard niet aan je maat vertellen welke kaarten je hebt. Wel kun je kaarten gooien waarmee je aan je partner seint welke kaarten je op hand hebt. Dit zijn conventies die geoefende klaverjassers begrijpen. In deze blogpost leggen we het seinen bij klaverjassen uit.

Seinen bij klaverjassen

Afbeelding van Het Utrechts Archief

Kleintje boer seinen

Kleintje boer is als een speler in de eerste slag uitkomt met een niet-troef kleintje (7,8 of 9). Hiermee communiceert deze speler aan zijn maat dat hij de boer van de troefkleur heeft. Het doel is dat de maat zo snel mogelijk aan slag komt om dan met, indien mogelijk, een roemgevoelige troef (vrouw, 10) uit te komen. Het voordeel hiervan is dat mogelijk de 9 (nel) van de tegenspeler gevangen kan worden en punten voor roem gescoord kunnen worden.

Kleintje boer seinen kent ook risico’s. Als de maat niet aan slag kan komen, dan bestaat de kans dat tegenspelers introeven.

Kleintje boer, kleintje terug seinen (kleintje nel seinen)

In deze situatie komt een speler weer met een niet-troef kleintje uit om naar zijn partner te seinen dat hij de troefboer heeft. Als de maat echter de nel (9) bloot heeft zitten, ook wel kale nel genoemd, is het niet optimaal om met de nel terug te komen. Om dit te seinen komt de maat ook terug met een niet-troef kleintje. De speler die kleintje boer speelde, en de troefboer dus op hand heeft, moet nu, indien mogelijk, met een troefkaart terugkomen (maar niet de troefboer). De maat met de kale nel kan deze slag vervolgens winnen. Hiermee kun je een extra slag winnen.

Boer over boer seinen

In deze situatie heeft een speler de troefboer, verder geen sterke troefkaarten, maar slechts 2 of 3 lage troefkaarten. De speler met de troefboer komt in dit geval uit met een niet-troefboer. De maat moet in de geval ook weer proberen aan slag te komen en terugkomen met een roemgevoelige troefkaart.

Standaard seinen

De maat kan seinen in welke kleur hij goede of niet goede kaarten heeft. Als een speler de slag gaat winnen en de maat de aas van een bepaalde kleur gooit, dan seint hij dat hij in die kleur goede kaarten heeft (de maat kan in dit geval niet bekennen en ook niet troeven). De maat heeft dan zeker de 10 en waarschijnlijk ook de heer. Als jij troeven kunt trekken, ga dan hiermee door en kom terug, indien mogelijk, met de kleur waarin je maat sterke kaarten heeft.

Andersom kan de maat ook seinen dat hij slechte kaarten in een kleur heeft door de 10 of de heer bij te gooien op een slag die je gaat winnen. In dit geval moet je dus niet in die kleur proberen terug te komen. Let op, doe deze manier van seinen alleen maar als je maat de slag gaat winnen.

Tegenkleur seinen

In dit geval seint een speler met een kaart waarvan hij de tegenkleur in zwart of rood wil hebben. Als een speler bijvoorbeeld ruiten seint, dan wil hij harten hebben. Als hij schoppen seint, dan wil hij klaveren hebben.

Omhoog seinen

In dit geval is een speler aan slag en gooit de maat opeenvolgend een hogere kaart van een andere kleur (bijvoorbeeld een 7 en vervolgens een 8). De maat seint hiermee dat hij in ieder geval de aas van die kleur heeft

Omlaag seinen

Dit is juist het tegenovergestelde van omhoog seinen. In deze situatie gooit de maat opeenvolgend een lagere kaart van een andere kleur (bijvoorbeeld een 8 en vervolgens een 7). Hiermee geeft de maat aan geen goede kaarten van die kleur te hebben.

Seinen werkt alleen als jij en je maat op de hoogte zijn van de ‘regels’ van seinen. Het is verstandig om eerst met je maat af te stemmen welke seinregels jullie willen hanteren. Ken jij nog andere manieren van seinen bij klaverjassen? Die horen we graag! Stuur ons een mailtje via info@kaartspellen.online.

Meer leren over klaverjassen?

Wil je dit leuke kaartspel leren? Bekijk dan onze pagina met klaverjassen regels.